Biomechanica van het lopen is de studie van de mechanische principes die het menselijk lopen en rennen beheersen, gericht op hoe krachten, bewegingen en energieoverdracht binnen het musculoskeletale systeem interageren om voortbeweging te genereren. Dit vakgebied combineert concepten uit de natuurkunde, techniek en anatomie om de kinematica (beweging) en de dynamica (krachten) van de loopcyclus te analyseren, en biedt inzicht in hoe botten, gewrichten, spieren en pezen samenwerken om efficiënte beweging te creëren. Belangrijke onderwerpen binnen de biomechanica van het lopen zijn de analyse van gewrichtshoeken, grondreactiekrachten, spieractivatiepatronen en energiebesparing tijdens elke fase van de loopcyclus — van de hielaanval tot de afstoot met de tenen. Tijdens de hielaanval dorsiflekseert de enkel bijvoorbeeld om de impact te absorberen, terwijl de knie zich buigt om het lichaamsgewicht te dempen, wat laat zien hoe verschillende gewrichten samenwerken om krachten te beheren. Kinetisch onderzoekt de biomechanica van het lopen de verticale, horizontale en mediaal-laterale krachten die op de grond worden uitgeoefend, en die van invloed zijn op voortstuwing en stabiliteit. Grondreactiekrachten, gemeten met krachtplaten, tonen hoe het lichaam met de omgeving interageert, waarbij pieken tijdens de hielaanval en de afstoot respectievelijk het absorberen van impact en de voortstuwing aangeven. Spieractivatiepatronen, gemeten via elektromyografie, tonen hoe spieren zoals de gastrocnemius en de tibialis anterior samentrekken om de voetbeweging te controleren en het evenwicht te behouden. De biomechanica van het lopen onderzoekt ook hoe afwijkingen van normale patronen — zoals overpronatie, hinken of verkorte paslengte — kunnen leiden tot inefficiëntie, pijn of blessures. Bijvoorbeeld kan excessieve pronatie tijdens de midstance leiden tot meer belasting op de plantaire fascia, wat bijdraagt aan plantaire fasciitis, terwijl een asymmetrische loop algehele belasting kan veroorzaken in de onderrug of heupen. Het begrijpen van deze mechanische relaties is cruciaal voor het ontwikkelen van interventies zoals orthoses, fysiotherapeutische oefeningen of aanpassingen aan schoeisel die abnormale looppatronen corrigeren en de functie verbeteren. In onderzoek en klinische praktijk levert de biomechanica van het lopen een wetenschappelijke basis voor het beoordelen van de effectiviteit van behandelingen, het ontwerpen van hulpmiddelen en het optimaliseren van sportprestaties, waardoor het een essentieel vakgebied is geworden binnen de gezondheidszorg, sportwetenschap en revalidatie.